dinsdag 29 mei 2012

Sporthuis Rijvers

Sjoerd Mossou schrijft in zijn prachtig boek "Avondje NAC":
"Het is bijna niet meer voor te stellen, maar tot het begin van de jaren negentig had de drieendertigvoudig international en voormalig bondscoach een eenvoudige zaak in sportartikelen: Sporthuis Kees Rijvers, voor al uw sportartikelen. De selecties van JEKA en Baronie bestelden er jarenlang hun trainingspakken, en als je lid was van een Bredase amateurclub kreeg je tien procent korting. De collectie was niet echt hip, maar Rijvers had veel trouwe klanten,
(...)
Toen hij in Breda zijn eigen sportzaak had, werkte hij tegelijkertijd bij PSV, de KNVB en FC Twente."

Een prachtige anekdote, zo lijkt het. Dat van die 10% korting klopt helemaal, ook van de niet-hippe collectie (zie foto's). Andere dingen kloppen helaas niet. Ik schrijf dit omdat vanaf ergens tweede helft jaren 60 mijn vader en moeder de winkel alleen dreven, en Kees Rijvers er door een zakenconflict met mijn vader nooit meer in de winkel is geweest. Toen Kees Rijvers werkte bij FC Twente, PSV en de KNVB werd Sporthuis Rijvers gerund door mijn vader en moeder..





Mijn vader (Jos Beenhakkers) voetbalde samen met Kees Rijvers in NAC (en later bij  Baronie). Ze waren goede vrienden, deden veel dingen samen. Als kind kan ik me "ome Kees" nog goed herinneren. Ze waren ook familie: de vrouw van ome Kees was een nicht van mijn vader. Samen hebben zij in 1959 (in een VOF met hun vrouwen Annie Reijnaars en Tiny Moll) de Sportwinkel opgezet.

Kees Rijvers was volgens mijn ouders door zijn diverse  trainers-activiteiten en verblijf in het buitenland heel weinig meer in de winkel aanwezig. Mijn vader  heeft in de tweede helft van de jaren 60  "de winkel" (zo noemden wij de sportzaak altijd)  overgenomen en alleen voortgezet met mijn moeder Tiny Moll. Sindsdien heette de winkel ook Sporthuis Rijvers (zonder Kees).
Mijn vader moest Kees Rijvers "uitkopen", zoals dat heet. Deze vroeg, omdat zijn (bekende) naam aan de winkel verbonden was, hier een (voor mijn vader) zo groot bedrag voor, dat mijn vader hem hierna nooit meer heeft willen zien of spreken. Ik zou ome Kees pas na het overlijden van mijn vader in 1980 weer terug zien, als een aimabele man overigens, zoals ik me hem ook herinnerde.

Mijn vader werkte dag en nacht om de winkel groot te maken (zoals de meeste middenstanders toen). Ik denk nog altijd met veel bewondering aan hem terug, hoe hij en mijn moeder zich hebben ingezet voor "de zaak".





1 opmerking:

  1. Ik herinner me de zaak aan de Dreef. Dit lijkt mij de Haagdijk. Die stond me even niet zo helder meer voor de geest. Als Princenhagenaar lag de Dreef natuurlijk ook meer voor de hand.

    BeantwoordenVerwijderen