Hoewel mijn vader (Jos Beenhakkers) een fervent sportman was, en jarenlang in het eerste van NAC had gevoetbald, was het mijn Ome Christ (Beenhakkers) die mij meenam naar het NAC-stadion.
Mijn vader had het denk ik te druk met de winkel Sporthuis Rijvers, die hij samen met Kees Rijvers had opgezet na zijn actieve voetballoopbaan, en later samen met mijn moeder (Tiny Moll) voortzette.
Samen met mijn neef Pierre ging ik op 11-jarige leeftijd op een zondagmiddag in 1970 naar NAC-Ajax. Het stadion aan de Beatrixstraat was stijf uitverkocht. Wij hadden kaartjes gekocht in de voorverkoop op de sigarenzaak aan de Nieuwe Haagdijk.
Er stonden toen nog geen hekken om het veld, alleen reclameborden. Samen met mijn neef klom ik over de reclameborden en ging op de grond naast de goal zitten. Dat mocht toen allemaal nog. Van de wedstrijd kan ik me niet veel meer herinneren, alleen dat ik af en toe de bal naar de keeper rolde. Ik vond het geweldig vond om al die bekende voetballers van Ajax in het echt te zien, en dat ik 's avonds bij studio sport mezelf zag staan juichen naast de goal bij de 1-1 van NAC. Apetrots was: ik had mezelf op TV gezien! Bijna niemand wist het, maar ik was er toch trots op.
Toen ik een jaartje ouder was mocht ik zelf naar het stadion, soms met vrienden. Ik had geen seizenkaart, maar ging bijna alle wedstrijden. Eerst nog op de zondagmiddag, later op de zaterdagavond.
2 jaar later speelde NAC weer een keer gelijk tegen het Ajax dat net de Europ-cup had gewonnen. Ik weet nog dat ik dacht dat NAC voor mij toen de beste club van Europa was: ze haddenimmers gewonnen van de winnar van de Europa-Cup!
Ik herinner me dat ik eerst bij de spionkop ging staan, maar al snel op de latere B-side terecht kwam. Dat was toen nog een klein klupje jongelui (ouder dan ik) die midden bovenaan stonden op de overdekte tribune aan de lange zijde. Het waren zeker niet meer dan 100 mensen, ik weet nog dat Wiet Kerkhoven erbij was. We zongen rare en leuke liedjes, "1-2-3, wir fressen pappagai" enzo. Het was echt heel gezellig en spontaan.
Als je laat aankwam moest je door een hele menigte mensen naar boven. Niemand wou dat je voor zijn neus kwam staan, maar ik ging helemaal naar boven: daar was het te doen.
Toen het later de echt B-side werd ging ik weer bij de spionkop staan.
Als het massaal werd ging voor mij de lol eraf, en de intimiteit weg.
Ik vond deze foto op internet, met een pijl erop, precies waar ik ook altijd stond.